Al geruime tijd is BLN-Koninklijke Schuttevaer met Rijkswaterstaat in gesprek over de gevolgen van de aanleg van vrij eroderende oevers op de Maas. BLN-KSV startte eerder dit jaar een zienswijzeprocedure over de aanleg van vrij eroderende oevers bij Venlo. De gesprekken die hieruit voortvloeide, resulteerde in een verklaring waarin Rijkswaterstaat garanties afgeeft over de bevaarbaarheid van de Maas.
Maas-verklaring
Rijkswaterstaat- ZN geeft een eenzijdige verklaring af, waarin zij de bevaarbaarheid van de Maas conform de legger Rijkswateren garandeert. In de legger staan de afmetingen (breedte, diepte) van de vaarweg waar RWS zich aan moet houden. Daarnaast borgt zij de bekostiging van extra baggerwerk als gevolg van de maatregelen. BLN-KSV is tevreden met de verklaring. De bevaarbaarheid van de vaarweg is goed gewaarborgd en het geeft voldoende garanties dat de gevolgen van de maatregelen voor de binnenvaart binnen de perken blijven. BLN-KSV had liever gezien dat er minder zou worden ontsteent, maar dat bleek helaas niet haalbaar.
Wat staat er in de verklaring?
Verwijzing naar Maas herenakkoord
In een eerder stadium probeerden RWS en BLN-KS samen tot een akkoord te komen over de Maasoevers, wat mislukte. Rijkswaterstaat zegt alsnog toe in de geest van deze afspraken te werken. Dit betekent onder andere dat:
Reactie BLN-KSV
Ondanks dat BLN-KSV tevreden is over de wijze waarop Rijkswaterstaat de bevaarbaarheid van de Maas en de bekostiging van extra baggerwerk borgt, blijft BLN-KSV haar nadrukkelijke zorg uiten over de aanleg van natuurlijke oevers op de Maas. De aanleg van natuurlijke oevers kan morfologische gevolgen hebben en de mate van (on)aanvaardbare hinder is daarbij een blijvend vraagstuk. BLN-KSV vertrouwt er echter op dat RWS met BLN-KSV in overleg zal blijven over de oeverprojecten om gezamenlijk de nautische gevolgen vooraf te bespreken. Op grond van de afgegeven verklaring ziet BLN-KS af van procedures op de huidige KRW werken op de Maas (NVO2 en KRW3).